De regels inzake de plaats van levering van goederen: artikel 35bis
De regels inzake de plaats van levering van belastbare handelingen bepalen in welke lidstaat de btw verschuldigd is.
De algemene regels voor het bepalen van de plaats van levering van goederen zonder vervoer (de plaats waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van de levering) en de plaats van levering van goederen met vervoer (de plaats waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer) blijven ongewijzigd.
In artikel 35bis wordt evenwel een nieuwe uitzondering op de algemene regel voorgesteld, die inhoudt dat een intra-Unielevering wordt geacht plaats te vinden daar waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer.
De combinatie van de definitie van intra-Unieleveringen van goederen in artikel 14, lid 4, punt 3, en de nieuw voorgestelde regel inzake de plaats van levering in artikel 35bis garandeert dat een grensoverschrijdende b2b-levering van goederen binnen de Unie in de lidstaat van bestemming wordt belast.
Volgens de huidige btw-regels worden grensoverschrijdende leveringen aan belastingplichtigen die uitsluitend goederen leveren of diensten verlenen ter zake waarvan de btw niet kan worden afgetrokken, aan belastingplichtigen die onder de gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten vallen, en aan niet-belastingplichtige rechtspersonen, onder een bepaalde drempel en wanneer de afnemer niet voor heffing op de plaats van bestemming heeft gekozen, nog altijd belast in de lidstaat van levering (oorsprong).
Deze uitzondering maakt de bestaande regeling alleen maar ingewikkelder. Zij is ook niet meer relevant, aangezien de drempel sinds de invoering in 1993 nooit werd herzien. Deze uitzondering wordt dus niet langer gehandhaafd, mede omdat - in tegenstelling tot de huidige situatie - volgens de voorgestelde regels de rapportage- en betalingsverplichtingen met betrekking tot deze leveringen bij de leverancier zullen berusten.
Voor alle b2b-leveringen van goederen binnen de Unie wordt aldus gewaarborgd dat zij op de plaats van bestemming worden belast. De enige uitzondering hierop zijn de leveringen in het kader van de winstmargeregeling van de artikelen 311 en volgende (artikel 35quater). Er zal ook niet op de plaats van bestemming worden geheven in het geval van grensoverschrijdende leveringen van goederen die zijn vrijgesteld op grond van artikel 148 of 151, en grensoverschrijdende leveringen van goederen door een forfaitair belaste landbouwer zoals omschreven in artikel 295, omdat deze leveringen - zoals hierboven is aangegeven - niet onder het begrip "intra-Unielevering van goederen" vallen.